Geavanceerde faxinstellingen
In de volgende illustratie en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
3
4
1
2
6
7
9
8
5
Opmerking:
zie de tabel
op de volgende pagina
voor informatie over de
onderdelen.
NLWW
Verzenden naar fax 49
Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied
EWS-tabbladen en menu's Zie
“Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op pagina 5
voor meer informatie.
Help
Klik hierop om een Help-bestand te openen dat informatie bevat over de schermen op
het tabblad Digitaal versturen.
Algemeen
Selecteer hier de algemene instellingen zoals modem- en belvolume en schakel hierin
JBIG-compressie en Foutcorrectie in of uit. U kunt tevens selecteren of u de koptekst
(telefoonnummer, tijd en datum) wilt laten overlappen, zodat de koptekst slechts een
klein deel van de bovenkant van de pagina in beslag neemt.
Verzenden
Selecteer hier de instellingen voor faxen die vanaf het product worden verzonden.
U kunt bijvoorbeeld de kiestoon instellen en aangeven hoe vaak het product opnieuw
moet proberen indien de ontvangende faxlijn bezet is of niet reageert.
Ontvangen
Selecteer hier de instellingen voor ontvangen faxen. U kunt aangeven in welke
uitvoerbak de faxen moeten worden afgeleverd en of de inkomende faxen passend
gemaakt moeten worden op het formaat papier in de invoerlade. Bovendien kunt u het
nummer opgeven van een andere fax waarnaar binnenkomende faxen doorgestuurd
moeten worden.
Activiteitenlog afdrukken
Klik op deze knop om het activiteitenlog van de interne faxmodem af te drukken. In het
activiteitenlog zijn alle binnenkomende en uitgaande faxoproepen vastgelegd vanaf het
moment dat het laatste logbestand is leeggemaakt. Het log wordt door het product
afgedrukt.
Activiteitenlog wissen
Klik op deze knop om alle invoer in het faxactiviteitenlog te wissen. HP raadt aan om
het faxactiviteitenlog regelmatig af te drukken zodat u het kunt bewaren en vervolgens
het activiteitenlog leeg te maken om de bestandsgrootte minimaal te houden.
Beveiliging
Klik op deze knop om de beveiligingsfuncties voor de interne modem in te stellen. De
eerste keer dat u de beveiligingsfuncties configureert, wordt u gevraagd om een
beveiligingspincode in te voeren (en te bevestigen). Deze pincode hebt u vervolgens
nodig om de beveiligingsfuncties weer te geven en opnieuw te configureren.
Diagnostische gegevens
Klik op deze knop om de diagnostiekfuncties voor de interne modem in te stellen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
50 De digitale verzendopties instellen
NLWW