 
Het scherm Waarschuwingen met een apparaat gebruiken
Dit gedeelte bevat informatie over de volgende waarschuwingsfuncties:
●
“Waarschuwingen configureren” op pagina 27
●
“De configuratie van een bestemmingslijst testen” op pagina 30
●
“Bestemmingen en bestemmingslijsten verwijderen” op pagina 31
Waarschuwingen configureren
Als u een apparaat voor permanente opslag hebt geïnstalleerd, kunt u maximaal vier 
verschillende bestemmingslijsten instellen met maximaal 20 ontvangers per lijst. Zonder een 
apparaat voor permanente opslag, hebt u slechts plaats voor vier e-mailadressen.
1
Voer een van de volgende handelingen uit:
• Voor het maken van een nieuwe bestemmingslijst klikt u op Nieuwe bestemmingslijst.
-of-
• Voor het wijzigen van een bestaande bestemmingslijst klikt u op Bewerken naast de lijst
die u wilt wijzigen.
Onderdeel Gebied op het scherm
Informatie over of mogelijkheden van het gebied
EWS-tabbladen en menu's
Zie
“Bladeren door de HP geïntegreerde webserver” op
pagina 5
voor meer informatie.
Overzicht van 
bestemmingslijst
Geeft de huidige selecties weer voor elke bestemming.
Bewerken
Met deze knop kunt u wijzigingen aanbrengen in de 
bestemming of bestemmingslijst.
Test
Met deze knop kunt u een testwaarschuwing verzenden naar 
de bestemming of bestemmingslijst.
Verwijderen
Met deze knop kunt u de bestemming of bestemmingslijst te 
verwijderen.
Nieuwe bestemmingslijst
Met deze knop kunt u de instellingen voor een nieuwe 
bestemmingslijst voor waarschuwingen definiëren.
1
2
3
4
5
6
 
28 Het apparaat configureren vanaf het scherm Instellingen
NLWW
Als u een apparaat voor permanente opslag hebt geïnstalleerd, verschijnt er een scherm dat 
lijkt op het venster in de volgende illustratie. 
2
Voor producten waarin een apparaat voor permanente opslag is geïnstalleerd, typt u een 
naam in het veld Lijstnaam, zoals Onderhoud of Benodigdheden. (Als u niet over een 
apparaat voor permanente opslag beschikt, gaat u verder met stap 3).
 
NLWW
Waarschuwingen 29
3
Voer het e-mailadres in van de personen die de waarschuwingen moeten ontvangen. In 
grote omgevingen kunnen systeembeheerders e-mailadressen omleiden naar lijstservers, 
URL's (universal resource locators) en mobiele apparaten voor uitgebreide 
waarschuwingen. Voeg meerdere bestemmingen toe door elke bestemming te scheiden met 
een komma of een puntkomma.
4
Schakel het selectievakje in voor de waarschuwingen die met deze bestemmingslijst moeten 
worden verzonden. (Klik op Alle waarschuwingen weergeven om alle waarschuwingen te 
bekijken die voor het apparaat beschikbaar zijn.)
5
Indien van toepassing stelt u de drempelwaarde in voor de individuele waarschuwingen.
De drempelwaarde voor servicewaarschuwingen en voor waarschuwingen betreffende de 
papierbaan is een door de gebruiker ingesteld aantal minuten. Gedurende dit aantal minuten 
wordt een gebeurtenis genegeerd voordat een e-mailwaarschuwing wordt verzonden. U wilt 
bijvoorbeeld de drempelwaarde voor de waarschuwing "Lade open" instellen op 10 minuten 
zodat iemand de tijd heeft om de lade te sluiten na het vullen van de lade of voor het 
verhelpen van een storing.
6
Selecteer de bijlagen die u aan de e-mailwaarschuwingen wilt toevoegen. Deze bijlagen 
kunnen bestaan uit de Statuspagina benodigdheden, Gebruikspagina, Configuratiepagina, 
Logpagina en XML-gegevens. (Ga naar het tabblad Informatie om voorbeelden van deze 
pagina's te bekijken.) Selecteer de optie XML-gegevens als een van de geselecteerde 
waarschuwingsbestemmingen voor het ontvangen van waarschuwingen een 
geautomatiseerd computersysteem is. Elk item dat u selecteert, wordt aan uw e-mailbericht 
toegevoegd. Als u bijvoorbeeld Gebruikspagina en Logpagina selecteert, ontvangt u een 
e-mailbericht met twee bijlagen, een voor elke selectie. Als u ook de optie XML-informatie 
hebt geselecteerd, ontvangt u één e-mailbericht met drie bijlagen – één bijlage voor de 
Gebruikspagina in HTML, één voor de Logpagina in HTML en een derde bijlage met 
ondersteunende informatie in een tekstbestand met een .xml-extensie.
7
Klik op Toepassen om de informatie op te slaan.
8
Herhaal stap 1 tot en met 7 voor elke nieuwe lijst of bestemming.
Opmerking
Zie
“De configuratie van een bestemmingslijst testen” op pagina 30
voor het testen van de
configuratie van een bestemmingslijst.
 
30 Het apparaat configureren vanaf het scherm Instellingen
NLWW
De configuratie van een bestemmingslijst testen
Gebruik de volgende procedure om de configuratie van de bestemmingslijst te testen.
1
Klik op de knop Test naast de bestemmingslijst die u wilt testen.
Het onderstaande dialoogvenster wordt weergegeven. (Deze illustratie geeft het scherm van 
een systeem weer waarop een apparaat voor permanente opslag is geïnstalleerd. Als geen 
apparaat voor permanente opslag is geïnstalleerd, kan maar één bestemming vanuit dit 
venster worden getest.) 
2
Als u een apparaat voor permanente opslag hebt geïnstalleerd, selecteert u de 
bestemmingen die u wilt gaan testen.
 
NLWW
Waarschuwingen 31
3
Het retouradres is het e-mailadres van het apparaat. Voer uw e-mailadres in het veld 
Retouradres in als u berichten over eventuele fouten wilt ontvangen, die worden 
gegenereerd door de testwaarschuwing (bijvoorbeeld een kennisgeving bij een onjuist 
bestemmingsadres).
4
Indien gewenst kunt u aanvullende informatie die aan het begin van de e-mailwaarschuwing 
verschijnt, invoeren in het tekstveld Uw opmerkingen (optioneel).
5
Klik op OK.
Bestemmingen en bestemmingslijsten verwijderen
U kunt een bestemming of bestemmingslijst verwijderen door te klikken op de knop Verwijderen 
naast de bestemming of bestemmingslijst die u wilt verwijderen. Klik op OK om de verwijdering 
te bevestigen.